Maandag de 16e kreeg ik een lift van dezelfde groep tot 30 km voor Adana. Ik moest op de vloer in het middenpad zitten. De tocht ging een heel stuk door de bergen. Van een hoogvlakte gingen we door een bergrug naar de zee. Op sommige bergen lag zelfs sneeuw. Het was een adembenemende tocht. De weg was smal en er waren alleen vrachtwagens die soms zonder reden naast elkaar reden‚na veel toeteren gingen ze weg. De chauffeurs halen op de gekste momenten in. Ik heb hem vaak zitten knijpen. Van de plaats waar ik uitstapte tot Adena (een stad aan de zuidkust) was het zo‘n 70 km. Ik kreeg na 10 minuten een lift van een minibus. Na 2 km vroeg een kleine jongen, die blijkbaar voor het geld moest zorgen, me geld. Ik weigerde en zei, dat ik geen geld (para joch) had en dat ik liftte. Het werd stil. Toen ik in Adena uitstapte was ik even bang, dat ze me achterna zouden komen en geld eisen, wat gelukkig niet gebeurde. Adena is een grote stad. Helemaal Amerikaans. De kleren, de huizen, de mensen. Ze kauwen allemaal op kauwgom. Ik vond er niets aan en liep direct naar het station. Daar wilde ik een trein naar Beirut nemen. Na heel veel moeite werd het me duidelijk, dat er pas vrijdag een trein die kant uit ging. Ik had geen zin om tot vrijdag in die stad te wachten en nam een trein naar Iskenderun, een industrie stad met raffinaderijen op het rechte stuk, waar Israël ook ligt. De trein was een vlugge deze keer en zeer goedkoop, 70 cent voor 128 km. Daar liep ik, op zoek naar een slaapplaats naar een benzinepomp toe en maakte duidelijk dat ik achter op de parkeerplaats wilde slapen. Eerst mocht het niet, maar toen ik uit de toilet kwam werd ik van de overkant uit een “snackbar” toegeroepen door wat mensen die daar zaten, in de openlucht, te drinken en op eten te wachten, die een van hen aan het maken was. Een zei, in het Engels, dat ik er achter wel mocht slapen. Ik bestelde een cola en mocht bij hen komen zitten. Toen het eten in een grote platte pan op tafel kwam kreeg ik een lepel in mijn handen geduwd en mocht mee eten. Het was verdomd lekker. Rijst met van alles erdoor. Hier nog nooit gehad. Ook moest ik raki drinken. Ik had het al in Griekenland gedronken van wat mensen die net uit Turkije terugkwamen. Het is een sterke drank, dat je met water aanlengt. Er komen dan witte vlokjes in. Het smaakt iets naar dropveter. Ik vind het niet lekker. Eerst weigerde ik‚ maar toen ze bleven aandringen en de tolk zei, dat turken altijd gezamenlijk dronken kon ik niet meer weigeren en nam een glas aan. Het grote slokken en veel eten er tussendoor dronk ik het op. Bij het 2e glas accepteerden ze mijn weigering gelukkig. Na een uur (11 uur) ging ik weg en liep naar de met t.l.-lichtmasten verlichte grintparkeerplaats voor vrachtwagens. Ik legde mijn slaap zak op de grond en kroop er met kleren aan in. Lekker geslapen heb ik niet. lk zat te smachten naar de morgen. De hele nacht door transpireerde ik ontzettend en werd lastig gevallen door muggen. Ik heb zo’n 15 steken opgelopen. Midden in de nacht werd er ook nog een grote vrachtwagen vlak bij m’n neus geparkeerd. De turken in Iskenderun zien er ook westers uit. De kinderen rennen niet meer achter je aan te “Allemane”‚”allemane”! Gelukkig maar, want daar was ik onderhand ziek van. Tijdens het Turkse volksdansen in Urgüp ben ik heel wat te weten gekomen over de leefgewoonten van de turken. 50% werkt op het land. De rest in banken of is taxichauffeur. Ze verdienen 10 – 20.000 lira = 2 – 4 duizend gulden per jaar. Dat je zo veel mannen overdag chaai ziet drinken komt omdat ze vroeg beginnen te werken (volgens mijn uitlegger dan, ik geloof nog steeds niet dat ze werken) of omdat ze de oogst al binnen hebben. Zo‘n 50% is verzekerd tegen ongevallen. Over 2 of 5 jaar wordt deze verzekering verplicht. Ook is er nog geen verplichte pensioenverzekering (AOW). De meisjes zijn overdag en ’s avonds thuis en werken aan tapijten of op het land (het laatste doen ze volgens mij meer dan de mannen). Ze gaan alleen maar uit naar trouwpartijen. Er is een leerplicht. Iedereen die 7 jaar is moet naar de lagere school. Met die leerplicht wordt in vele dorpen de hand gelicht. De lagere school heeft 5 klassen, dan gaan ze naar een 2e school, daarna highschool en dan universiteit. Zo‘n 3% gaat naar de universiteit. Voor highschool en universiteit is een toelatingsexamen nodig. Die zijn behoorlijk zwaar omdat er te weinig universiteiten zijn. De Turken hebben ook allerlei trouwrituelen. In elk dorp zijn ze weer anders.

Als een jongen wil trouwen gaat hij met een bepaald soort hoofddoek om naar een bruiloft, zoekt daar een meisje uit. Gaat dan naar zijn vader en laat hem door hem een lepel gekookte rijst te brengen weten dat hij wil trouwen. Moderner is door voor z’n vader te gaan staan en dan 3x op de grond te stampen. Z’n vader gaat dan praten met de ouders van het meisje. Het meisje mag zeggen of ze wel of niet wil trouwen. Als alles rond is begint de bruiloft, die 1 week duurt. Op de eerste dag, maandag, krijgt de jongen een nieuw pak aangemeten en wordt helemaal gewassen. De andere dagen worden gevuld met dansen (de mannen in een huis met elkaar en de vrouwen idem in een ander huis). Na de schriftelijke bekrachtiging, waar de bruid en de bruidegom elkaar pas voor het eerst zien, worden alle meubels naar hun huis gebracht en wordt het hele huis ingericht en de eerste huwelijksnacht voorbereid. De jongen komt na die nacht met een bebloed laken het huis uit en danst er mee door het dorp. Was het meisje niet meer maagd, dan wordt ze de straat, onder geweerschoten, opgejaagd. Daarna begint het feliciteren en het geschenken geven en ook het informeren hoe de nacht was.