Al met al werd ik om twee uur ‘s nachts op de autobaan na een tol (voor de autobaan moet je in Italië betalen) gedropt‚ vlak bij Venetië (Venezia). Het duurde vijf minuten voordat ik mijn 20 Kg zware bagage op mijn rug had. Het was verdomd zwaar en de banden deden pijn op mijn verbrande schouders. Ik had een liftbord gemaakt en probeerde al liftend en lopend Venetië te bereiken. Er kwam geen kip langs. En bovendien als er een aan kwam reed die te hard. Het was nog autobaan. Na twintig minuten kwam ik een camping tegen. Jolly. Een spieksplinter nieuwe luxe dure camping met een zwembad in aanbouw en bomen in opkomst. Kaal dus en omgeven door wegen. Er stonden niet veel tenten of caravans en er waren maar zo’n vier Nederlandse gezinnen. Er waren weggetjes aangelegd van grind. Het was net als in een haven, aan weerszijden van de wal lagen aanlegsteigers met palen in het water om je boot aan vast te binden. Ik zette mijn tent op in een van die parkeerhavens. Het ging wel moeilijk‚ de grond was hard. De haringen wilden er niet in. De volgende morgen heb ik ze dan ook maar met een ringsleutel, die ik bij een paar Canadese Nederlanders geleend had, er verder ingeslagen. De wasruimten op de camping waren luxe. Een stuk of vijftien was-‚ douche-hokjes met toilet. Niet zo’n hokje als in Nederland of op de meeste andere campings waar je een muntje in een automaat moet gooien om even heet water te krijgen, waarbij als de tijd verstreken is ongenadig het koude water over je net ingezeepte huid dondert. Nee, het waren douches zonder munt met onbeperkt watergebruik. De prijs van de camping, 4O0 lire per persoon + 200 voor de tent loog er ook niet om en was mijn grootste uitgave van die dag.

De hele woensdag ben ik in Venetië geweest. Het was echt de moeite waard. Met de bus kwam je op de rand van de stad bij het station aan. Het pleintje daar is het enige stukje stad waar auto’s zijn. In du rest van de stad kom je helemaal geen auto’s tegen. Alleen maar voetgangers en gondola’s. De stad is ontzettend schoon, bijna nergens lag rotzooi of hondenpoep. Je kon er op je blote voeten rond lopen. Het was ook allemaal betegeld. Nergens in de hele stad zag je een stukje onbetegeld. De stad bestaat uit een groot kanaal, die Je op de kaart gemakkelijk kunt vinden, maar als je door de smalle straatjes en steegjes loopt niet of althans moeilijk weer te vingen is.

venice-03717

Het is een stad met ontzettend veel kerken en pleintjes, grachten (kanalen) en winkels. Alle pleinen lijken op elkaar. Een groot vierkant, waarin je door de, in een van de hoeken uitkomende straat, in komt, omgeven door vier tot vijf hoog tegen elkaar gebouwde huizen met smeedijzeren balkonnetjes, behangen met bloemen en blinden voor de ramen. Alles bepleisterd en een roodbruine kleur. De straten en pleinen zijn met elkaar verbonden door ontelbaar veel trappetjes.

Over Le Canal grand zijn naar twee trappen, 1 houten en 1 met winkels erop, hetgeen tot gevolg heeft dat je nogal eens aardige stukken moet omlopen om er over te komen.  De winketjes zijn klein en ontzettend volgepropt met waren. Langs de toeristenroute meestal met rotzooi; souvenirs. De route is aangegeven met grote gele borden en loopt van het station naar de St. Marco met zijn groot overbekend plein en andere attracties.

De kerk op zich was alleen al het komen waard. Prachtig gerestaureerd. Van binnen het plafond en van buiten de voorkant is een groot mozaïek met allerlei Bijbelse taferelen. Alle bekende dingen uit zowel het nieuwe als het oude testament, resp. verbond zijn uitgebeeld. De vloer bestaat ook uit steentjes, die ze hier en daar nog aan het restaureren zijn. Dat kun je zien aan het tentje, dat je in een keer op je pad tegen komt. Het altaar is helemaal van goud en is door zo’n 10 mensen in de 13e eeuw gemaakt. Hij is draaibaar. De gouden kant werd alleen op feestdagen gebruikt. De kerk is van binnen erg donker en doet aan de romaanse bouwstijl denken, al is het dat niet. Het heeft 3 ronde koepels. Binnen in en buiten op de kerk kun je boven op een soort galerij rondlopen en in het middenschip turen, voor zover je van een middenschip kunt spreken, want dan zouden er zijbeuken of zoiets moeten zijn en die waren er niet. Die zitten ook alleen in gotische kerken. Het plein voor de kerk was een groot kare met een winkelgalerij met zuilen ervoor. Geen hoge zuilen, zo’n 3 meter. Op verschillende terrassen rond het plein speelde een orkestje allerlei bekende klassieke deuntjes. Het was gezellig en druk. Zeer druk vergeleken hij de rest van de stad, waar je bijna niemand in de straatjes tegenkwam.

venice-03716

Wat me verder opviel was, dat er heek veel kappers waren. De vrouwen en meisjes hadden bijna allemaal geverfd haar en de mannen een “keurig kaal koppie”. In de binnenstad waren veel kleine schoenmakertjes: ook ben ik een glasblazerij en een koperslager tegen gekomen. Verder waren er weinig lelijke vrouwen en hadden ze allemaal een behoorlijke voorbouw.

Na veel zoeken en vragen vond ik de mensa. Ik moest wel een uur wachten tot hij open ging. Het eten was er verdomd lekker en heel goedkoop: 450 lira = fl1, 80 en dat terwijl ik op het ogenblik een half liter hier voor m’n neus heb van 400 lire.

venice-03710