’s Ochtends werd ik wakker; er stonden 4 auto’s voor mijn neus en de mensen stonden naast hun auto’s met elkaar te praten of naar mij te kijken. Ik kroop uit de zak (half zes) en daar ging het weer liften. Het was heerlijk weer. Lekker koel en helder. De zon was nog niet te zien. Na 1 1/2 uur een lift naar een plaats 150 km verder en zo’n 130 km van Bari. Daar na 10 minuten een lift naar Brindisië, waar ik heen wilde om de boot te pakken. Om 11 uur was ik er al. Het was zo vroeg, dat ik besloot nog zuidelijker te gaan (Otranto) om daar met de boot naar Griekenland over te steken. Ik had gehoord, dat het goedkoper was. Op een gegeven moment zat ik (na 3 liften) op de weg langs de kust vast. Na een uur heb ik mijn spullen verstopt en ben gaan zwemmen. Lekker lauw water. Helemaal geen moeite om “door” te komen. Het was alleen erg rotsig en daardoor moeilijk de Adriatische zee te bereiken. Vooral zonder bril. Later zat ik op de zelfde weg, 7 km verder, weer vast. 4 uur heb ik daar gezeten. Het was ontzettend druk en ik was een aardige trekpleister. Eerst stond ik aan de kant van de weg naar Otranto, totdat ik hoorde dat er helemaal geen boot van daar ging. Dat was vorig jaar. Toen baalde ik. Ik had al in Griekenland kunnen zijn (vanuit Brindisië) en daar stond ik ‘s avonds om & uur op een klein toeristisch binnenweggetje met allemaal onverstaanbare Italianen. Eindelijk nam iemand me mee. Een student die gelukkig Frans kon spreken. Na ettelijke liften (3) was ik om kwart voor 12 aan de haven in Brindisië.