Donderdag heb ik eigenlijk niets gedaan. Om 12 uur was ik pas in de stad. ’s Ochtends, toen ik wakker werd, was het onder de slaapzak nat van mijn zweet. De zon brandde fel op de tent en veranderde het in een broeikas. Het zweet liep met straaltjes van mijn gezicht af. Het was even draaglijk, maar niet lang. In de stad vond ik na veel zoeken de BBS en vroeg naar boot» en treinprijzen. Een kaartje van Athene naar Istanbul kostte fl. 50,-. De afstand is 1250 km. Dus heel goedkoop. Diezelfde avond ging er nog een trein dus ik ging ermee mee. De trein was propvol. Velen moesten staan. Ik had gelukkig een plaats. In de coupé had een Griek een gitaar bij zich en speelde erop. Het was beat gezellig. Ook was er een opaatje, die half doof was en een beetje gek. Lange tijd zat hij me aan te staren alsof ik een of ander vreemd wezen was. Onverstaanbare kreten, waar de anderen allemaal om moesten lachen, spuugde hij me in mijn gezicht. Gelukkig ging hij er na zo’n 8 uur uit. De treinen rijden ontzettend langzaam. Niet sneller dan 60 km en ze stoppen bij elk piepaaltje.