Na Cape Maclear ben ik naar Blantyre gelift met was Rodesianen die ook op de cape waren. Blantyre viel op het eerste gezicht als stad tegen. Geen mooi centrum met grote winkels. Later toen ik er de tweede keer was zag ik dit nieuwe centrum wel en viel het ook mee. In het luxehotel dronk ik mijn biertje at bij de Chinees en sliep voor 25 TB in de rest house in de dormitorium. Op tweede kerstdag toen ik weer in Blantyre was lukte het me zelfs om naar huis te bellen!!Het maakte mijn wat deprimerende stemming van die dag weeg goed. Van Blantyre nam ik de bus naar Mulanje. Het regende veel en de berg was bij aankomst niet door de wolken te zien. Toch moest ik naar boven. Ruim de helft van mijn bagage werd in de rest house al daar (2 Kw per kamer) achter gelaten en bepakt met eten nam ik de bus naar het begin van de klim. Nou ja begin. Eerst nog een paar mijl om de berg heen lopen tot de Forestery. Daar zag ik in een afschrijf boek dat Paul Brown voor kerstmis een of ander hut had afgeschreven. Ik wijzigde mijn toch al vage plannen en zorgde ervoor dat ik bij hun aankomst in die hut was. 

De tocht omhoog en verder elke dag het eerste huur was verschrikkelijk.  Het koste me 4:40 uur om bij de Chambe hut te komen. Het leek net de top van Kilimanjaro. Telkens moest ik uitrusten. Gelukkig regende het toen niet al te hard. Voor de hut moest ik wat te eten hebben. Ik voelde me zo slap en uitgehongerd. Waarschijnlijk zoutgebrek. De hutten waren mooie houten optrekjes. De een nog mooier dan de ander. Bij aankomst meld je je bij de cartetaker en hij verzorgt dan een vuur en na wat vragen ook een pan. Tot ik na 4 ½ dag op zaterdag de groep van Paul ontmoette heb ik geen ander ontmoet in de hutten. Wel was er telkens een of twee dagen voor me iemand in de hut geweest. Het had zijn charmes overal alleen te zijn alleen het moet niet te lang duren. In een van de hutten was er ook zelfs geen caretaker. Ik heb toen maar in een van de lokale hutten geslapen. Een vuurtje midden in de hut gemaakt en op wat gevonden pannen mijn potje gekookt. Bananen en rijst. Een echte prak vergeleken met de groente maaltijd van de andere dagen. Het zelf eten mee nemen viel me reuze mee. Ik had mezelf op rantsoen gezet en zou het zo 8 dagen hebben kunnen uithouden. Ik probeerde ook naar dit eiland zo’n uitgebalanceerd menu mee te nemen maar in Nkhota-Kota was niets te koop. Ik ben daar naar een Chinese agricultuur project gegaan en kreeg wat kool en wortels mee. Wel een geluk. Ik raak er hier alleen wel snel doorheen omdat ik de groente met 3 anderen deel. Eigenlijk moet ik het niet erg vinden. Het is per slot niets als er genoeg te krijgen zou zijn maar hier op deze rots is niets te koop wat groente betreft. 

De kerst dagen met een groep van 17 man was best gezellig. Er waren wat verschrikkelijk aardige mensen bij. Sommige meisjes stonden de hele tijd klaar om wat voor je te doen. Zo hebben we met een groep van 5 zondag een lange wandeltochtgemaakt van 7 uur. Bij onze terugkomst spoedde de bezige bijen zich om voor ons soep te maken en een broodmaaltijd te verzorgen. Er was ook een Nederlands meisje (Trudy) in de groep. Ze was verpleegster. Daarna wijkverpleegster en heeft toen de sociale academie gedaan. Ze zal zo’n 27 jaar, zijn tenminste gebaseerd op haar scholing. Ik kon lekker met haar ouwehoeren bij het kampvuur over allerlei zaken. Dat was onze serieuze noot tijdens kerstmis. Ze was wat dolle mina achtig en dat interesseerde me wel. Ik had ze bijna zover dat ze meeging naar Likomo Island alleen toen ik met d’r broer, die me de lift naar Lilongwe zou geven, mijn bagage ging ophalen bleek de caretaker er niet te zijn. Herman had geen zin om te wachten. Een behoorlijke teleurstelling. Maar het telefoontje naar huis die avond maakte veel goed. 

Woensdag ben ik toen van Blantyre naar Lilongwe gelift (230 mijl). De laatste lift was een hele goede. Van een halfbloed in een Japanse 4 x4. Hij nodigde me uit bij hem thuis te komen slapen. Het was een hele intelligente peer. Wist van veel dingen iets af. Was een paar jaar geleden afgestudeerd in Sociologie en geschiedenis en wilde nu zijn masters in Canada gaan halen. Hij wilde graag dat ik nog een tweede dag bleef maar ik wilde door liften naar Nkhotakota om de boot op zaterdag morgen te halen.

Nkhotakota viel wat tegen. Het moest de grootste traditionele Afrikaanse nederzetting zijn met een slaven en handels geschiedenis. Misschien is dat wel zo maar er valt voor de eenvoudige toerist niet veel te zien. Na wat zoeken bracht iemand me naar een groot bord waarop stond dat Livingstone daar in 18zoveel gezeten had. Dat was misschien het enige aardige. Het dorp was even rommelig als alle andere en ik kon er dan ook geen hoogte van krijgen. Dan vind ik de kleine vissersdorpen die ijk bij Monkey-Bay gezien heb veel interessanter en beter te begrijpen. Er waren ook veel te veel muggen in Nh K. Ik zit me nu nog overal te krabben.